SOUTHERN BRED LOUISIANA & NEW ORLEANS R&B ROCKERS VOL.17: DOWN YONDER WE GO BALLIN’ – VARIOUS ARTISTS

Artiest info
Website
facebook

 

Rhythm and Blues (R&B) is de verzamelnaam voor de muziek van zwarten in de VS tijdens de jaren 1940/1950, waaruit later de doo-wop en rockmuziek is ontstaan. R&B is een begrip dat werd geïntroduceerd door het Amerikaans weekblad voor de muziekindustrie Billboard Magazine. Het blad werd 126 jaar geleden (in 1894 door William Donaldson & James Hennegan) opgericht als Billboard Advertising en wou het begrip “race music”, dat aanstootgevend werd bevonden, vervangen. Uit een allegaartje van uiteenlopende muziekgenres als gospel, boogiewoogie, jazz en blues ontwikkelde zich een nieuw soort van dansbare muziek, die eerst met het racistische begrip "race music" werd omschreven. De typische instrumenten van het genre waren de trompet, de saxofoon en de elektrische gitaar. Als dansmuziek loste de R&B de swing af. De belangrijkste vertegenwoordigers van het genre waren aanvankelijk T-Bone Walker, Muddy Waters en B.B. King. Zij werden opgevolgd door meer door de gospel beïnvloede musici als Aretha Franklin, Ray Charles en Wilson Pickett of door meer naar de rock 'n' roll neigende musici als Fats Domino en Chuck Berry.

“To make people DANCE and ENJOY!!...“

Koko-Mojo Records maakt deel uit van Rockstar Records Limited (een divisie van de Rockstar Records label group) en is gevestigd in Cork, IE. Lang voordat deze markt werd overspoeld door goedkope copycat-releases van lage kwaliteit, stond Rockstar Records samen met ACE Records en Bear Family Records bekend om hun heruitgaven van hoge kwaliteit, hun “killer- NO-filler” ideologie.

Het doel van Koko-Mojo Records is heel simpel: dansbare muziek uit de jaren 1950 -onder de noemer Blues/R&B- op vinyl uitbrengen! Hun compilaties zijn samengesteld door dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen!

Koko-Mojo’s doelstelling om iedereen aan het dansen te krijgen “From Argentina via Los Angeles to Ireland from Blues to Hillbilly and Rockabilly...”, geldt ook voor de R&B compilaties die ze o.a. uitbrengen als “the mojo man special”, waarbij opgemerkt dient te worden dat er een verschil is tussen de originele R&B (een term die uit de jaren 1940 stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek) en de hedendaagse (een genre dat er wel wat van wegheeft, maar dat over het algemeen veel zoetsappiger is).

“SOUTHERN BRED, LOUISIANA & NEW ORLEANS R&B ROCKERS
VOL. 17: DOWN YONDER WE GO BALLIN’”

Op ‘Southern Bred VOL. 17: DOWN YONDER WE GO BALLIN’ (KMCD #67) exploreert Mark Armstrong het midden van de jaren vijftig en nodigt hij de luisteraars uit om te dansen, te rollen en te strollen. De R&B artiesten zorgen hier voor contrasterende dansritmes als rock, zydeco, R&B en jump blues, die iedereen zullen boeien.

Mathis Matthew Jacobs (1927-2013) woonde zijn leven lang in Marksville, Louisiana. Hij was de zoon van Wallace L. Jacobs en Estella Hester Lavalais en was een achterneef van Little Walter Jacobs. Jacobs opent hier met “Loaded Down”. Hij zal onder zijn artiestennaam Boogie Jake ook afsluiten met “Early Morning Blues”. Oscar McLollie & The Honey Jumpers hebben het daarna in “What You Call ‘Em Joe” met de nodige humor over drinken. Uit zijn lp ‘Just Domino’ (1962) komt het Fats Domino nummer “Dance With Mr. Domino” waaraan Fats’ partner Bartholomew ook meeschreef. Chris Kenner gebruikt dan het overheidsadvies als titel van zijn song, “You Can’t Beat Uncle Sam”. Arthur (Art) Lanon Neville woonde in New Orleans (1937-2019). Naomi Neville, die helemaal geen familie is, schreef “Too Much”. Het is de naam van de moeder van Allen Toussaint, die het nummer schreef. Champion Jack Dupree’s “Chittlins & Rice” is een aanstekelige rocker die “down yonder” voor het nodige plezier zorgde en Elmore Nixon’s heeft opnieuw problemen met het andere geslacht, wat hij uitlegt in “The Women”. Big Boy Miles & The Sha-Weez coveren de Paul Perryman song, “Just to Hold My Hand”. Beide versie stonden in de charts en ijverden in 1956 om de hoogste plaats. In 1957 was het de versie van Clyde McPhatter. Earl Palmer (1924-2008) was volgens Little Richard een van de beste sessie drummers aller tijden en zijn versie van het Everly Brothers’ nummer “Till I Kissed You” bewijst dit. Ernie K-Doe was als artiest zijn leven lang actief in New Orleans. Hij trad zelf op en runde een muziek club, Ernie K-Doe’s Mother-in-Law-Lounge. Hij brengt hier “Real Mean”. Huey “Piano” Smith with His Clowns doen je twisten op hun hit “Don’t You Know Yockomo” en Jessie Thomas met The Lloyd Glenn Combo doen het samen op “It’s You I’m Thinking of”. Jimmy Wilson (1981-1968) is geboren in Gibsland, Bienville Parish, MS. Hij was lokaal een idool en scoorde met de rocker “Big Wheel Rolling”. De instrumental “Snake Eyes” is van Alvin “Red” Tyler (1925-1998). Hij leefde ook in NO en was saxofonist en stond in de studio met o.a. Fats Domino, Little Richard? Lloyd Price en Aaron Neville. “Good Looking and Foxy Too” is een nummer van Roy Brown en James “Sugar Boy“ Crawford Jr. houdt zo te horen op “She Got a Wobble (When She Walks)” blijkbaar van dikke vrouwen. Het KRC-label is een afkorting van Kent Records Corporation en werd opgericht door William Boskent, Harold Logan én Lloyd Price, waar hij met His Orchestra “The Chicken and the Bop” opnam en uitbracht. Price in 2021 in NY op 88-jarige leeftijd. “Bad Boy” van Larry Williams zou een autobiografisch nummer kunnen zijn. Lloyd and Willie brengen het verrukkelijke “I Don’t Know Where She Went” of te wel, gitarist Lloyd Roy en zanger/pianist Willie Egan in actie. Philip Walker (1937-2010) was een getalenteerde zanger en gitarist, maar vrij onbekend bij het grote publiek. Hier brengt hij met zijn band de schitterende rocker, “I Want You for Myself”. Dezelfde Walker is te horen op Clifton Chenier’s “Boppin’ the Rock”, samen met Chenier’s oudere broer Cleveland. R&B zydeco muzikant Sidney Simien (1938-1998) aka Count “Rockin’” Sidney gaat voor “I Would if I Could” en Cleveland White (1925-2008) aka Shoolboy Cleve voor de jump blues rocker, “She’s Gone”. White werkte samen met o.a. Lightnin’ Slim, Sonny Boy Williamson, Muddy en Buddy Guy. Tommy Ridgley was qua stijl zijn tijd met zijn R&B nummer “When I Meet My Girl”, Shirley Mae Goodman (1936-2005) en Leonard Melvin Lee (1936-1976) aka Shirley and Lee brengen het uptempo “Everybody’s Rockin” en zanger/gitarist Smiley Lewis de titelsong uit 1984 met een bluegrass tintje, “Down Yonder We Go Ballin’”. Clarence Samuels en het Dave Young’s Orchestra namen een nummer op over een snoepje van 2 cent, “Lolly Pop Mama” en over de afsluiter “Early Morning Blues” van Matthew Jacobs aka Boogie Jake hebben we het al gehad.

KMCD #66: ‘Southern Bred Vol. 17: DOWN YONDER WE GO BALLIN’ is een compilatiealbum met (opnieuw “standaard”) 28 originele nummers uit midden jaren 1950 die staan voor swing en vooral stevige, rauwe en lekker swingende R&R. Het album archiveert een deel van de muziekgeschiedenis van vooral zwarte muzikanten in Amerika, dat de basis is van wat nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en vele muziekliefhebbers boeit…” (ESC for Rootstime.be)

Eric Schuurmans